De Sint-Baafskathedraal is de meest majestueuze kerk van Gent. Zij is de hoofdkerk van het bisdom Gent en fungeert tevens als zetel van het kapittel van kanunniken. De Sint-Baafskathedraal is ook de oudste parochiekerk van Gent. De vroegste bronnen van deze kerk gaan terug tot de 10de eeuw. Het huidige gebouw dateert uit de 13de tot de 16de eeuw. Onder invloed van een toenemende stedelijke groei van de Gentse nederzetting, werd de oorspronkelijke romaanse kerk omgebouwd naar gotisch model. De Sint-Baafskathedraal is ook een bijzonder interieur en een indrukwekkende collectie religieuze kunst rijk. Naast werk van Joos van Wassenhove, Pieter Paul Rubens en Hiëronymous Duquesnoy de Jonge herbergt zij ook één van de grootste meesterwerken van de Vlaamse schilderkunst: het Lam Gods van de gebroeders Van Eyck.
In een woord: Majestueus►
De Sint-Baafskathedraal is de meest majestueuze kerk van Gent. De kathedraal is de hoofdkerk van het bisdom Gent; zij fungeert tevens als zetel van het kapittel van kanunniken. Zowel de portrettengalerij van de bisschoppen in de kooromgang, de bisschopszetel in het koor, de praalgraven van de bisschoppen in koor en zijkapellen, en de bisschopsgraven in de crypte, getuigen van de bijzondere functie van de kerk als bisschopskerk. De talrijke wapenschilden uit 1445 en 1559 herinneren aan de twee kapittelvergaderingen van de Orde van het Gulden Vlies in de kathedraal. De Sint-Baafskathedraal herbergt ook het meest imposante interieur en een bijzonder omvangrijke en indrukwekkende collectie religieus geïnspireerde kunst.
Geschiedenis van een kerk►
In de context van een steeds toenemende stedelijke groei van de Gentse nederzetting, werd de Sint-Janskerk in de 13de eeuw omgebouwd naar gotisch model. De werkzaamheden startten aan het koor. Op het einde van de 13de eeuw werden de zijbeuken gesloopt en in de 14de eeuw begon men met de uitbouw van een ruimer koor in Scheldegotiek. Pas tegen het einde van de 14de eeuw werd het koor door de toevoeging van vijf ruime straalkapellen die van stijl reeds hooggotisch zijn, voltooid.
Na de voltooiing van het koor, werd vóór de Romaanse benedenkerk van 1462 tot 1534 een gotische toren aangezet. In 1602 brandde de, wellicht voorlopig geplaatste, houten spits af; ze werd nooit heropgericht. Nog voor de voltooiing van de toren werd de romaanse benedenkerk gesloopt, om in 1533 de eerste steen van de nieuwe gotische benedenkerk te leggen. De grote raampartijen bovenaan zijn een kenmerk van de hoge gotiek. De overwelving werd vanaf 1552 aangebracht, in 1559 werden de werken beëindigd. Omstreeks het midden van de 16de eeuw had het gebouw daarmee de uiterlijke vorm gekregen die het nog steeds kent.
Geschiedenis van een plek►
De Sint-Baafskathedraal is van oorsprong de oudste parochiekerk van Gent, toen nog de Sint-Jan-de-Doperkerk. De oudste bronnen van deze kerk gaan terug tot de 10de eeuw. Volgens de overlevering zou Transmarus, bisschop van Doornik en Noyon, in 942 op deze plaats, gelegen aan de bloeiende haven van de handelsnederzetting Gent, een kerkje, gewijd aan Johannes de Doper, gesticht hebben. Pas in 1540 kreeg de Sint-Baafs haar huidige naam.
Eerder immers, omstreeks 630, en niet ver van de Sint-Jan-de-Doperkerk, had Sint-Amandus, of volgens de overlevering Sint-Bavo zelf, de Sint-Baafsabdij opgericht, een gemeenschap van seculiere priesters die later de regel van de heilige Benedictus volgde. De Sint-Baafsabdij zou uitgroeien tot één van de belangrijkste abdijen van Vlaanderen. Op vraag van Keizer Karel V werd de Sint-Baafsabdij in 1536 echter omgevormd tot een kapittel van kanunniken. Na de Gentse opstand van 1539 werd de abdij opgeheven en verhuisden de kanunniken naar de Sint-Janskerk, die vanaf toen de Sint-Baafskerk genoemd werd. Op 12 mei 1559, bij ondertekening van de bulle ‘Super Universas’ door paus Paulus IV, werd Gent een bisdom en de Sint-Baafskerk de Sint-Baafskathedraal.
Van de oorspronkelijke parochiekerk uit de 10de eeuw zijn geen materiële sporen bewaard gebleven. De oudste sporen gaan terug tot de romaanse kerk uit de 12de eeuw. Het betrof een driebeukige kruiskerk met vieringtoren en een driebeukig koor boven een even grote maar in vier beuken verdeelde crypte. Enkel de crypte, en slechts twee van de vier oorspronkelijke beuken ervan, zijn bewaard gebleven. Zij vormen de kern van de gotische toevoegingen (nieuwe zijbeuken en ruime straalkapellen) die op het einde van de 13de eeuw werden aangezet. De crypte van de Sint-Baafskathedraal is de grootste in Vlaanderen. In de crypte zijn nog sporen van de oorspronkelijke muurschilderingen te zien.
Uitgelicht►
De Sint-Baafskathedraal is niet alleen de meest majestueuze kerk van Gent, in haar geheel vormt zij ook een bijzonder indrukwekkende verzameling religieuze kunst. De voorwerpen dateren van de 8ste tot de 20ste eeuw en behoren tot de meest opmerkelijke kunstschatten van ons land.
Hubert en Jan Van Eyck, Lam Gods, 1432
De Sint-Baafskathedraal herbergt één van de grootste meesterwerken van de Vlaamse schilderkunst: het Lam Gods. Het retabel werd, na de dood van Hubert Van Eyck (ca 1366-1426), door Jan Van Eyck (ca 1390-1441) in 1432 voltooid in opdracht van Joost Vijdt, schepen van Gent en kerkmeester van de toenmalige Sint-Janskerk, en zijn echtgenote Elisabeth Borluut. Oorspronkelijk bevond het werk zich in de door hen opgerichte kapel in de kooromgang; nu is het te bezichtigen in de voormalige doopkapel. Het iconografisch programma van het paneel oriënteert zich rond het Agnus Dei, attribuut van Johannes de Doper als patroonheilige van de parochie. Centraal staat de Verlossing van de mensheid door het kruisoffer van Christus. Op de buitenluiken zijn de opdrachtgevers voorgesteld. De gebroeders Van Eyck gelden als absolute grootmeesters van de school van de Vlaamse Primitieven; het Lam Gods als een meesterwerk van de door hen ontwikkelde olieverfschilderkunst. Van de turbulente geschiedenis die het altaarstuk te beurt viel, spreekt de diefstal van de panelen van de Rechtvaardige Rechters en Johannes de Doper in 1934 tot op de dag van vandaag het meest tot de verbeelding; het paneel met Johannes de Doper werd teruggestuurd, dat van de Rechtvaardige Rechters werd nooit teruggevonden. In 2012 werd gestart met een grootscheepse restauratie van het altaarstuk door het Koninklijk Instituut voor het Kunstpatrimonium te Brussel in het Museum van Schone Kunsten te Gent, en met een tentoonstelling in het Caermersklooster over de geschiedenis van het Lam Gods.
Joos van Wassenhove, Calvarietriptiek, 2de helft 15de eeuw
In de noordelijke arm van het transept bevindt zich een drieluik dat algemeen aan Joos van Wassenhove toegeschreven en omstreeks 1464-1468 gedateerd wordt. Joos van Wassenhove (ca 1430 - na 1480) was een Vlaams kunstschilder die in 1460 lid van de Antwerpse Sint-Lukasgilde, en in 1464 vrijmeester in het Gentse schildersambacht werd. In 1470 trok hij naar Italië waar hij Justus van Gent genoemd werd. Hij combineerde de Oudnederlandse school met de stijl van de Italiaanse vroege renaissance. Dit werk stelt de Calvarie met de gekruisigde Christus voor; links valt Maria, bijgestaan door Johannes en Maria Magdalena, in zwijm, rechts verschijnt Longinus te paard. De zijluiken tonen voorafspiegelingen van de kruisdood. Het linkerluik toont Mozes die, op bevel van God, het water van Mara drinkbaar maakt door er een stuk hout in te dompelen, meteen ook een uitzonderlijk thema in schilderkunst van de Lage Landen. Het rechterluik geeft Mozes en de Koperen Slang weer. De buitenluiken stellen de heilige Laurentius en de heilige Lodewijk voor. Op de voorzijde van het rechterluik verschijnen in de middengroep, links tegen de paneelrand, twee portretachtige figuren, een man met een juweel op zijn muts en een gesluierde vrouw; mogelijk stellen zij de opdrachtgevers voor. Het paneel werd vermoedelijk vervaardigd in opdracht van Laureins de Maech en zijn echtgenote Louise van den Hove.
Pieter Paul Rubens, Intrede van Bavo, 1624
Van bijzondere waarde is een werk dat zich nu in de kapel van de heilige Petrus en Paulus bevindt. Het schilderij stelt de Intrede van Bavo voor en werd in 1624 door Pieter Paul Rubens (1577-1640) vervaardigd. De schilder maakte dit werk, in opdracht van bisschop Antonius Triest, voor het voormalige hoofdaltaar; bij de oprichting van een nieuw hoofdaltaar in, of kort na 1702, werd het verplaatst. Het schilderij geeft de bekering en de intrede van Bavo in het klooster weer. Volgens zijn legende kende Bavo, rond 589 geboren in Luik, een zeer losbandig leven. Na de dood van zijn vrouw kwam hij echter tot inkeer; hij schonk al zijn bezittingen aan de armen en werd kloosterling en volgeling van Sint-Amandus. Op de treden vooraan wordt de rentmeester voorgesteld die, in opdracht van Bavo, zijn bezittingen aan de armen uitdeelt. Links, op het zijstuk van de treden, kijkt de dochter van Bavo omhoog naar het hoofdtafereel op de trap: Bavo, in wapenuitrusting, knielt, Sint-Amandus, met de hand op de leuning, onthaalt de bekeerling. Na zijn dood in 654 werd Bavo begraven in de door hem of door Sint-Amandus opgerichte Ganda-abdij; deze abdij werd later de Sint-Baafsabdij. Het schilderij behoort tot de meest belangwekkende werken van Rubens.
Laurent Delvaux, Preekstoel, 1741-1745
De preekstoel in de Sint-Baafskathedraal is een meesterwerk van rococo beeldhouwkunst. Het gestoelte werd in 1741-1745 vervaardigd door de Vlaamse beeldhouwer Laurent Delvaux (1696-1778). Na een werkverblijf in Engeland en een reis naar Italië voerde hij verschillende opdrachten uit voor diverse kerken en abdijen in de Nederlanden. De middengroep van de preekstoel bestaat uit twee allegorische figuren; duidelijk geïnspireerd op het werk van Lorenzo Bernini (1598-1680) stellen zij ‘De Waarheid ontsluierd door de Tijd’ voor. Achter de figuren ondersteunt een boomstam de kuip. Van de twee trappen die tot het gestoelte leiden, wordt elke trap geflankeerd door een engel met het wapenschild van bisschop Antonius Triest. Drie marmeren reliëfs sieren de kuip; ze stellen de geboorte van Jezus, de bekering van Paulus en de bekering van de heilige Bavo voor. Twee appelbomen dragen het klankbord dat met een draperie is behangen. Bovenaan torsen twee engeltjes een groot kruis.
Hiëronymus Duquesnoy de Jonge, Grafmonument van bisschop Antonius Triest, 1652-1654
Deel uitmakend van vier grafmonumenten van Gentse bisschoppen, bevindt zich in het koor ook het grafmonument van bisschop Antonius Triest (1621-1657). Het praalgraf werd in 1652-1653 vervaardigd door Hiëronymus Duquesnoy de Jonge (1602-1654), zoon van Hiëronymus Duquesnoy de Oudere (ca 1570-1641) en broer van Frans Duquesnoy (1597-1643). De Vlaamse beeldhouwer kreeg zijn opleiding bij zijn vader en was later werkzaam in het atelier van zijn broer in Rome. Na diens dood keerde hij terug naar Brussel, waar hij een glanzende carrière begon. Van 1644 tot 1651 vervaardigde hij onder meer vier apostelbeelden voor de Sint-Michielskerk in Brussel en een beeld van de heilige Ursula voor de Brusselse Zavelkerk. Vanaf 1651 werkte hij voor de Gentse Sint-Baafskathedraal aan het praalgraf van bisschop Antonius Triest. Het werk toont Maria en Jezus die, in een architecturale setting en naar Italiaans model, op de half liggende en naar het koor kijkende bisschop neerkijken. Onderaan houden twee engeltjes een cartouche met opschrift vast, bovenaan houden zij het wapenschild van de bisschop met bisschopshoed omhoog. Antonius Triest was de zevende bisschop van Gent. Hij drukte in belangrijke mate zijn stempel op het rijke, barokke interieur van de kathedraal zoals we het vandaag de dag nog zien.
Karel van Poucke, Apostelen Petrus en Paulus, 1776-1782
Aan weerszijden van het doksaal bevindt zich telkens een beeld waarvan het ene de heilige Paulus en het andere de heilige Petrus voorstelt. Beide monumentale beelden werden in 1776-1782 door Karel van Poucke (1740-1809) vervaardigd. Na een verblijf in Italië vestigde deze Diksmuidse beeldhouwer zich in 1776 in Gent; later zou hij hier als directeur van de academie worden aangesteld. De heilige Petrus verschijnt in de klassieke contraposto-houding en met twee gekruiste sleutels in de hand. De heilige Paulus wordt voorgesteld op het moment dat hij de adder, die hem in de hand heeft gebeten, in het vuur heeft gegooid. Gebaseerd op een Bijbels verhaal betreft het hier evenwel een zeer zeldzame voorstellingswijze van de heilige.
Evangeliarium van Sint-Livinus, 9de eeuw
In de crypte van de Sint-Baafskathedraal bevindt zich het zogenaamde Evangeliarium van Sint-Livinus. Het kostbare handschrift op perkament dateert uit de 9de eeuw en maakte deel uit van de bezittingen van de Sint-Baafsabdij die in 1540 naar de toenmalige Sint-Janskerk werden overgebracht. Ingevoegd laat zich een brief van abt Othelbold (1019-1030) aan gravin Otgiva betreffende de relieken van de Sint-Baafsabdij lezen, alsook een inventaris van de, na de invallen van de Noormannen, overgebleven kunstschatten van de abdij. Het handschrift ontstond vermoedelijk in Noord-Frankrijk; de titelbladen en de evangelistenminiaturen zijn Karolingisch, de initialen met fantastisch vlechtwerk van Anglo-Frankische stijl. De roodfluwelen band met zilverbeslag werd in de 2de helft van de 17de eeuw door Jan van Sychen vervaardigd; de gegraveerde medaillons geven Sint-Livinus als bisschop, met kruisstaf en zijn tong in een tang, weer. Het evangeliarium behoort tot de grote collectie manuscripten, edelsmeedwerk en liturgische gewaden die de kathedraal rijk is.
Info
Sint-Baafsplein
Kathedraal:
maandag - zaterdag : van 8.30 u tot 17.30 u
zondag : vanaf 13.00 u tot 17.30 u
Het Lam Gods:
maandag- zaterdag : van 10.00 u tot 17.00 u
zondag : vanaf 13.00 u tot 17.00 u
Binnenkort zal het ook mogelijk zijn om onze brochure te bestellen.
Publicaties
Bouckaert, Bruno (ed.), De Sint-Baafskathedraal in Gent van Middeleeuwen tot Barok, Fondation Royaumont, 2000.
Collin, Ludo, Historische schets van het Sint-Baafskapittel te Gent 1540-1993, Gent, 1993.
Declercq, Georges, Ganda en Blandinium. De Gentse abdijen van Sint-Pieters en Sint-Baafs, Gent, 1997.
De Smidt, Firmin en Elisabeth Dhanens, De Sint-Baafskathedraal te Gent, Tielt, 1980.
Dhanens, Elisabeth, Sint-Baafskathedraal Gent (Inventaris van het Kunstpatrimonium van Oost-Vlaanderen, 5), Gent, 1965.
Dhanens, Elisabeth, Het retabel van het Lam Gods in de Sint-Baafskathedraal te Gent (Inventaris van het Kunstpatrimonium van Oost-Vlaanderen, 6), Gent, 1965.
Schmidt, Peter, Het Lam Gods, Gent – Amsterdam, 2001.
Vandenabeele, Lindsay, Jeruzalem in de crypte: de muurschilderingen in de crypte van de Gentse Sint-Baafskathedraal (Kleine kultuurgidsen), Gent, 2007.
Van de Wiele, R., De Sint-Baafskathedraal te Gent, Gent, Sint-Baafskapittel, 1994.
Van Doorne, Geert, Luc Robijns en Martine Pieteraerens, De Sint-Baafskathedraal van Gent: een kunstkamer (Openbaar Kunstbezit in Vlaanderen, 30, 1), Gent, 1992.